Het is donker.
Het enige licht komt van de straatlantaarn die door het badkamerraampje naar binnen schijnt.
Op mijn tenen sluip ik naar beneden.
Terwijl de wind raast rondom het huis, is het binnen in huis en mij stil.
Al mijn zintuigen staan op scherp.
Ik open mijn journal en begin te schrijven.
Woorden vormen zich in mijn hoofd
tot zinnen op papier.
Ideeën stromen door mij heen
en maken van niets iets.
De toegang tot mijn diepste zijn
opent zich.
Verlangens worden werkelijkheid.
Overdag raast de wereld aan mij voorbij.
In de nacht is er geen besef van tijd.
Er is alleen aanwezigheid in het nu.
De nacht is van mij.
Die hoef ik met niemand te delen.
Hier ligt de oorsprong van mijn boek.
In de vroege uurtjes bleef ik schrijven aan het verhaal
over de belangrijkste levenslessen die we weer mogen ont-dekken.
De komende tijd zal ik je meenemen op mijn reis die zal leiden
tot het uitbrengen van mijn boek.
Wees gerust: ik zal jou lekker laten slapen.