“Ik moet mijn kinderen naar de sport brengen, ik moet sporten, ik moet werken, ik moet sporten, ik moet het huis schoonmaken, ik moet meer ontspannen”.
Regelmatig hoor ik vrouwen het woordje moeten zeggen. Als moeder zijnde heb je nou eenmaal veel rollen te vervullen.
Moeten geeft controle en structuur en dat geeft houvast als je als je al die ballen hoog hebt te houden. Het suggereert echter ook dat iemand jou iets oplegt en iets van jou verwacht. Het voelt alsof je geen eigen keuze hebt en het levert druk en stress op.
Vaak ben je je er niet eens bewust van hoe vaak je het zegt, omdat het zo automatisch gaat.
Toch zorgt het ervoor dat je jezelf onbewust heel veel druk op legt.
Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar als iemand tegen mij zegt dat ik iets moet doen, dan voel ik vrij snel weerstand. Dat komt omdat autonomie voor mij een belangrijke waarde is. Ik bepaal graag zelf of en wanneer ik iets doe. Waarom zouden we het dan wel tegen onszelf zeggen?
Moeten komt van buitenaf, willen van binnenuit.
Sta daarom vandaag eens stil hoe veel je moet van jezelf. En vraag je vervolgens af: wil ik dit écht of doe ik het omdat het zo hoort of omdat ik denk dat het van mij verwacht wordt? Wil ik het nu doen of kan het wachten?
Natuurlijk zijn er altijd dingen die gedaan “moeten” worden. De badkamer maakt zich nou eenmaal niet zelf schoon en je kind kan nog niet alleen naar zwemles. Door te zeggen dat je er naar toe wilt in plaats van moet, zul je zien dat het vanzelf een stuk leuker wordt. En hoe fijn is het dat je even een momentje voor jezelf hebt? Dat je even een muziekje op kunt zetten of tijd hebt om die ene podcast te luisteren.
Wees je vandaag eens bewust hoe vaak je het woordje moeten gebruikt (en neem vooral ook jouw omgeving hierin mee).
Elke keer als je jezelf dat hoort zeggen, vervang je het woordje moeten in willen.
Ik ben heel benieuwd of je dan nog steeds zoveel moet…